button-muziek

button-link

PASEN 2018

Ik kreeg gisteren een mail met de aansporing mijn Paas-overdenking te leveren. Ik was er al een tijdje mee bezig en ik wilde niet in rituele gedachten en teksten vervallen. Dat valt niet mee. Op de radio hoorde ik een reclame uit remonstrantse hoek waarin Pasen geafficieerd werd als feest van leven en licht. Bij leven denk ik toch aan verrijzenis, nieuw leven, eeuwig leven. Bij licht komt meer het voorjaar in mijn gedachten.

Ik wil het hier toch eens heel anders benaderen: het feest van een nieuw leven voor religiositeit en christelijk geloof.

Ik stel me zo voor dat in de begintijd van het Christendom religie een groepsactiviteit was, die in bijeenkomsten gestalte kreeg. Men kwam bijeen om te vieren. De inhoud van de viering was heel wisselend en ritualiseerde sterk door onbegrip en communicatieproblemen na de val van het Romeinse rijk. Eerst enige eeuwen later kwamen nieuwe formularia uit Gallië, gepresenteerd als afkomstig van paus Gregorius om de vieringen uniformer en herkenbaarder te maken.

Nieuw onderworpen stammen waren christelijk alleen door de doop van hun leider.  Een vroege vorm van: “Cuius regio illius et religio. De saus werd christelijk, het gerecht was van voor die tijd. Dit riep regelmatig verzet op. Elke kerkhervorming is altijd een terug naar de oorsprong geweest. Dit zien we onder andere in de reformatie die zich verzette zich tegen de roomse superstitiën en de bijbel weer als uitgangspunt koos. Ook toen bepaalde de vorst het geloof van zijn onderdanen. Staatsgodsdienst is daar een restant van.

Lang is dat zo gebleven, eigenlijk bij gebrek aan individualiteit. In de renaissance komt daar enige aandacht voor.

In de zeventiende en achttiende eeuw wordt het geloof meer vormgegeven in een individuele relatie van de gelovige met God. De biecht en de communie worden belangrijker (gemaakt), zeker voor bedevaartgangers.

Met de Franse revolutie komt er aandacht voor de rechten van de (individuele) mens. Men leefde echter nog steeds in kleine tamelijk afgesloten christelijke gemeenschappen met de vanzelfsprekende eerdergenoemde saus en met veel sociale controle. Heel Brabant was in de negentiende eeuw katholiek, maar van kerkbezoek was weinig sprake.

In de twintigste eeuw en in onze tijd werd ieder individu uiterst belangrijk, zeker in de persoonlijke beleving. De christelijke cultuur was in de genen gaan zitten maar een speciale individuele band met God sprak niet meer aan. Hij had zijn gezag verloren.

Het beeld dat ik probeer te schetsen is dat religie sterk onder invloed staat van machts- en cultuurveranderingen. Perifeer komen er nu heel voorzichtig kleine veranderingen. Er komt bij grote bevolkingsgroepen weerstand tegen globalisering. Men verzet zich meer en meer tegen verlies van eigen cultuur en identiteit. Deze processen die door de elites met afschuw worden bekeken zouden wel eens het begin kunnen zijn van een vernieuwde aandacht voor de eigen groep en voor religie. Een wederopstanding. Het is aan de kerken een inbedding te bieden.

Zalig Pasen  

Peter van de Ven